Op een onchristelijk uur zetten we koers naar het Noorden. Al snel beseffen we dat de dorpsnamen op de kaart weinig meer voorstellen dan een tiental huizen. Zonder kerk, bakker, winkel of het verhoopte benzinestation. De eerste pomp na zestig kilometer blijkt gesloten. Volgens een oude dame in nachtpon - het is pas acht uur - kunnen we in de stad ook op zondag tanken.
Veertig kilometer verder blijkt de "stad" amper honderd huizen groot en het benzinestation is de enige winkel. Tuingerei, kranten, levensmiddelen en kledij, alles is te koop in de rommelige barak. Zelfs een bingokast staat te flikkeren in een hoek. De mannen van het dorp houden er het zondagse koffiekransje en onder hun belangstelling slaan we proviand in voor de komende dagen. |
Creatief door schaarste: met de motor uit naar beneden spaart benzine... |