Na de eerste week vooral langs de kust en de fjorden gereden te hebben, trekken we nu het binnenland in. We hebben onze zinnen gezet Noorwegens hoogste berg, de "Galdhöpiggen". De nacht hebben we doorgebracht in het berghotel aan de voet van deze reus. "De weg naar de gletsjerschool is 15 kilometer lang, reken op minstens drie kwartier om tot daar te geraken" antwoordt de receptioniste als we ze in de vroegte vragen naar een gids om de Galdhöpiggen te beklimmen. Twintig kilometer per uur, zou de dame denken dat we met de fiets onderweg zijn?
De steile weg is onverhard en in de scherpe bochten zijn diepe ribbels uitgesleten door het vierwielige verkeer. Een crossmotor zou hier beter tot zijn recht komen dan onze Hornet die bokkig duidelijk maakt dat deze biotoop niet te pruimen is. We mogen blij zijn als we het fietstempo halen. Plots verspert een fleurig teken van beschaving de weg. Een gesloten slagboom met oranje betaalautomaat, zou dit een opname van verborgen camera zijn? Een bordje maakt duidelijk dat we tol moeten betalen voor het onderhoud van de piste.
|
Mocht je nog twijfelen om zonder gids de gletsjer over te gaan... |